Skip to main content

Een interview met programmamanager Maarten ter Horst

Er is driekwart jaar verstreken sinds de gemeenteraad instemde met de Verkenning voor de Spoorzone en de eerste stappen konden worden gezet. Met grote voortvarendheid zijn die eerste stappen genomen: er is samen met heel inwoners, ondernemers en andere betrokkenen een Kansenkaart gemaakt voor het Stationsgebied en rond de Brink worden de eerste woningen zelfs al gebouwd. Toch ging de Verkenning, het woord zegt het al, nog vooral over ambities, kansen en mogelijkheden. Om te komen tot gestructureerde plannen voor de korte en (middel)lange termijn is er nu een Ontwikkelstrategie gemaakt. Deze werd op 3 februari op hoofdlijnen vastgesteld door de gemeenteraad. Voor programmamanager Maarten ter Horst een belangrijke mijlpaal, en de bevestiging dat de gemeente Beverwijk met het programma Spoorzone op de goede weg is.

“De Verkenning eind 2020 vormde het officiële startschot voor de Spoorzone. De urgente vragen waren toen: wat is de potentie van het gebied, wat moet daarvoor gedaan worden, wat kunnen we meteen oppakken, wat gaan we tijdelijk op gang brengen, wat moeten we nog verder onderzoeken? Tegelijkertijd zijn we meer gestructureerd gaan nadenken over de Hoe vraag. Daar is deze Ontwikkelstrategie uit voortgekomen. Het rapport geeft antwoord op de vraag hoe we onze ambitie en doelstellingen kunnen gaan waarmaken. De adviezen zijn opgesteld door Bureau Stedelijke Planning, dat zijn niet de eersten de besten. Het geeft dan ook een goed gevoel dat veel van wat zij adviseren aansluit bij wat wij nu al doen of nog gaan doen. Er zitten enkele accentverschuivingen in, maar de algemene strekking is: de weg die jullie zijn ingeslagen is goed, ga daar vooral mee door. Dat geeft vertrouwen. Een groot aantal adviezen hebben we overgenomen in het raadsvoorstel. Nu dat ook door de raad is goedgekeurd, ligt er een stevige basis voor ons handelen de komende jaren.”

Wat zijn de belangrijkste adviezen?
“Bureau Stedelijke Planning laat zien hoe we dingen net iets scherper kunnen aanzetten of slimmer kunnen aanvliegen. Deze adviezen brengen op dit moment geen grote veranderingen met zich mee. Er staan wel suggesties in het rapport ten aanzien van beleidswijzigingen waarmee je plannen in de toekomst beter en sneller zou kunnen realiseren. Een voorbeeld daarvan is aanpassing van het grondbeleid. Je zou strategische grondposities in kunnen nemen, zodat je zelf meer regie krijgt over bepaalde plekken voor bijvoorbeeld vrijwillige bedrijfsverplaatsingen. Als gemeente hebben we echter een overwegend passief grondbeleid. Dat gaan we nu niet aanpassen. Mocht de mogelijkheid zich voordoen, gaan we op dat moment met een concreet voorstel terug naar de raad.”

“Een ander advies van Bureau Stedelijke Planning is om nu al te gaan sparen voor de grote investeringen in infrastructuur die straks nodig zijn. Bijvoorbeeld door alle inkomsten binnen Spoorzone uit bijvoorbeeld grondverkoop, betaald parkeren en OZB  opzij te zetten voor ontwikkelingen in dit gebied. Met het huidige beleid gaan bijvoorbeeld opbrengsten van grondverkoop naar de algemene middelen. Terwijl je de verkoopopbrengsten van de grond van Ankie’s Hoeve ook in een potje voor de Spoorzone zou kunnen stoppen. Dat is op zich een goed idee, maar ook dat is nu nog niet aan de orde. We kiezen er dus bewust voor eerst de hoofdlijnen vast te leggen. Hoewel formele besluitvorming door de gemeenteraad daardoor niet is vereist, vinden we het belangrijk genoeg de raad zoveel mogelijk te betrekken, het vertrouwen te krijgen. Ook dat is een bewuste keuze.”

Kun je iets meer vertellen over die accentverschuivingen die jullie hebben overgenomen?
“De belangrijkste accentverschuiving is dat we nog meer gaan inzetten op regionale samenwerking. Bij het maken van de Ontwikkelstrategie heeft Bureau Stedelijke Planning interviews gehouden met onder andere onze partners in Velsen en Heemskerk. We zijn het eens dat we hebben elkaar nodig hebben, maar we moeten elkaar beter gaan vinden op ambities en doelstellingen en de daarvoor benodigde schaarse capaciteit en middelen.”

“In het raadsvoorstel hebben we ook het advies overgenomen om onze aandacht en middelen van het terrein van De Bazaar te verschuiven naar de overkant, naar Parallelweg-Oost (het stuk tussen Broekpolder en Woonplaza; red.).  Natuurlijk blijven we inzetten op een goede samenwerking met De Bazaar. In dat kader adviseert Bureau Stedelijke Planning om De Bazaar te vragen een professionele institutionele marktpartij aan te trekken met bewezen kennis van zaken op het vlak van stedelijke gebiedsontwikkeling. Een goede gesprekspartner met een integrale langetermijnvisie. Ook dat advies is overgenomen.”

Samenwerken willen jullie ook op andere vlakken. Hoe?
“Met de Stichting Business Docks zijn inmiddels belangrijke stappen gezet in het verenigen van de ondernemers op het bedrijventerrein. Maar er is zijn ook andere partijen die we nodig hebben: de beleggers, ontwikkelaars, aannemers, adviseurs, ofwel de partijen die de projecten realiseren. Die spreken we nu allemaal afzonderlijk, maar die kun je ook samenbrengen. In de regio Alkmaar en Hoorn hebben ze daar goede ervaringen mee. Je noemt het een Bouwberaad of een Woonberaad en daarin zitten al die partijen samen aan tafel. Ze delen hun plannen en hun informatie, met elkaar en met ons als overheid. Bij beleidsmakers zie je nog te veel programmatisch wensdenken, dat is niet altijd getoetst aan kennis van locaties en kennis uit de markt. Op deze manier voorzie je in voortdurende marktconsultatie: wij denken hieraan, is dat logisch? Het werkt ook andersom. Als overheden weten wij vaak beter wat de vraag is, of het zinvol is om iets te laten ontwikkelen. Als we wat meer afstemmen en in elkaars kaarten kijken, leidt dat dus tot realistischere planvorming. We zijn ervan overtuigd dat zo’n Bouwberaad ook in de woonregio IJmond en Zuid-Kennemerland goed kan werken. Dus gaan we daarover in gesprek met onze collega’s in de regio en hopelijk daarna met die vastgoedpartijen.”

Welk punt gaan we op korte termijn terugzien?
“Een van de punten die we concreet oppakken is dat we alvast gaan starten met het vergroenen van de Parallelweg en wellicht ook het Meerplein. Vergroenen is een van de doelstellingen voor de Spoorzone, daarvoor hoeven we niet te wachten tot de deelplannen gerealiseerd zijn. Dan zijn we namelijk zomaar vele jaren verder. Vergroenen kan nu al, geeft direct zichtbaar resultaat en hoeft niet veel geld te kosten. Daar gaan we dus nu mee aan de slag. Het idee is om langs de hele lengte van de Parallelweg  bijvoorbeeld een letterlijk groene strook aan te leggen  met duingras en bloemen, heel gaaf.”

Tot slot even terug naar de ambitie voor de Spoorzone: 10.000 woningen. Hoe gaat deze Ontwikkelstrategie daarbij helpen?
“We hebben al bij de start gezegd: we gaan eerst uitzoomen en dan inzoomen. Dat is ook het advies in de Ontwikkelstrategie: modulair ontwikkelen. Ieder deelplan dat we realiseren, moet op zichzelf kunnen staan. Over ieder deelplan wordt apart een besluit genomen. We zijn nu concreet in drie deelgebieden aan de slag: Beverwijk Noord-Oost, Stationsgebied en Parallelweg-Oost. Stel dat we qua planvorming aan een nieuw deelplan willen werken, bijvoorbeeld rond de Kop van de Haven of op het terrein van De Bazaar, dan gaan we terug naar de gemeenteraad met een concreet voorstel om de daarvoor benodigde middelen te krijgen. Dan wordt daar op dat moment een besluit over genomen. We hebben een lange termijn visie met een grote ambitie, maar de invulling doen we stapje voor stapje met iedereen die daaraan bij wil dragen.”