Skip to main content

In deze tweede nieuwsbrief een interview met Jeroen Quist, ontwikkelmanager bij Dreef Beheer B.V. en verantwoordelijk voor een van de eerste concrete ontwikkelingen binnen het Spoorzonegebied: de bouw van ruim 90 woningen op het Marloterrein. En we maken kennis met Bram Loggers, als  projectmanager bij de gemeente Beverwijk onder meer verantwoordelijk voor de ontwikkelingen binnen deelgebied Noord-Oost, bestaande uit het Marloterrein, de Brink en de Graaf Florislaan. Het is het gebied binnen de Spoorzone waar de eerste activiteiten al concreet zichtbaar zijn. Zo wordt er op de Brink door SBB een appartementencomplex met 94 woningen gerealiseerd: een groen en duurzaam bouwplan dat in 2022 wordt opgeleverd.

De gemeente werkt intensief samen met Dreef Beheer, eigenaar van het Marloterrein, om te onderzoeken of het mogelijk is ook in het winkelgebied woningen te gaan bouwen. Loggers is heel blij met deze samenwerking: “Met de schaarse ruimte die we in Beverwijk hebben is multifunctioneel gebruik dé oplossing. Woningen zijn hard nodig en goede winkels en voorzieningen ook, als je die functies niet naast maar ook op elkaar kunt realiseren maak je goede stappen. Bijvoorbeeld wonen boven winkels. Zeker als je kijkt naar de enorme groei aan inwoners die we met de ontwikkelingen van het Spoorzonegebied kunnen realiseren. Fijn dus dat Dreef Beheer ontwikkelplannen indient en ook openstaat voor het toevoegen van appartementen op hun terrein. Het is een moderne en goed georganiseerde partij, die graag wil realiseren en begrijpt dat een goede doorontwikkeling van dit gebied helpt om Beverwijk als geheel regionaal gezien goed op de kaart te zetten.”

Dreef Beheer, ontstaan vanuit een familiebedrijf dat als sinds de jaren ’50 commercieel vastgoed ontwikkelt, focust volledig op het (door)ontwikkelen, verduurzamen en toekomstbestendig maken van het eigen vastgoed: supermarkten, winkelcentra, woningen, leisure en hotels. Quist werd twee jaar geleden aangetrokken om nieuwe ontwikkelingen te gaan organiseren. Altijd op eigen locaties, voor de eigen portefeuille en vanuit eigen kracht. Zelf de touwtjes in handen kunnen houden, dat is een belangrijk speerpunt bij Dreef Beheer. Het bedrijf telt een kleine 30 medewerkers die samen zorg dragen voor de ontwikkeltrajecten, het beheer en onderhoud, de verhuur en de financiën. Ze zijn gevestigd aan de Beijneslaan met een prachtig uitzicht over het eigen Marloterrein, waar op dit moment een grote herontwikkeling plaatsvindt.

Quist vertelt enthousiast over deze thuisbasis: “Het is best bijzonder dat een winkelgebied van zoveel hectare zo midden tussen de woningen ligt, maar dat is historisch gewoon zo gegroeid. Vroeger was op dit terrein de Beijnesfabriek gevestigd, er werden treinen en trams geassembleerd. Volvo zat er ook, met de assemblage en montage van trucks en auto’s. Daarna kwam Hoogovens en pas daarna kwamen de eerste winkels. Je ziet heel mooi hoe het terrein getransformeerd is in de tijd, heel duurzaam. Mensen komen hier graag, het is goed bereikbaar en altijd druk. Met de huidige herontwikkeling wordt het een nog veel aantrekkelijker winkelcentrum. Alles bij elkaar, dat is het idee. Zo komen er een Kruidvat, een Blokker en een Lidl bij, winkelformules die mooi aansluiten. Diversiteit dus, én goed parkeren, daar gaat het om. Met een groot parkeerdek en veel meer ruimte  gaan we ook daarin voorzien. We realiseren nu de eerste fase, inclusief de infrastructuur. In het najaar hopen we de opening te kunnen vieren.”

Plannen voor woningbouw

In de verkenning die de gemeente uitgevoerd heeft voor de Spoorzone, waar het Marlo-terrein onderdeel vanuit maakt,, staat woningbouw hoog op de prioriteitenlijst. Met het gebiedsprogramma Spoorzone wordt daar de komende jaren vol op ingezet. Toen de gemeente bij Dreef Beheer de vraag neerlegde om binnen de geplande herontwikkeling woningbouw mee te nemen, waren die echter al gestart met de realisatie. Quist: “Het was eigenlijk net te laat. Maar we hebben wel meteen aangegeven graag mee te willen denken over wat wij zouden kunnen en willen ontwikkelen op andere plekken in dit gebied. Bovendien waren we al bezig met een plan voor een wooncomplex achter de Dekamarkt. Dat paste perfect in het plaatje, dus van daaruit zijn we samen met de gemeente de mogelijkheden gaan verkennen, zowel qua bestemming als planologisch. Voor de gemeente is het natuurlijk fijn dat er al meteen een concreet initiatief is binnen Spoorzone en dat met een paar jaar de eerste resultaten zichtbaar zijn. Hetzelfde geldt voor de nieuwbouw die gerealiseerd wordt aan de Brink. Aan deze kant van het spoor worden dus de eerste paar honderd woningen opgeleverd van de 10.000 woningen die Beverwijk er de komende 25 jaar bij gaat krijgen.”

“We waren anderhalf jaar geleden al begonnen, dus we liepen een beetje voor de troepen uit. Deze ontwikkeling sluit nu heel mooi aan op de transformatie van de hele Spoorzone naar een stoer, duurzaam en prettig leefgebied met voldoende voorzieningen.”

Het nieuwe wooncomplex van Dreef Beheer krijgt 90 woningen, verdeeld over vier lagen en een toren van dertien lagen. Het ontwerp is geïnspireerd op de oude Beijnes fabriek. In de schetsfase is goed gekeken naar wat past en niet past in de omgeving. Ook de toren en de bezonning zijn gedegen  onderzocht. Met veel groen en een grote binnentuin wordt het boven alles een heel prettig gebouw om in te wonen.

Quist: “Kijk, we willen graag realiseren, maar we hebben van te voren ook onderzoek gedaan naar de woningbehoefte. In Beverwijk is de nood in het middensegment heel hoog, daar spelen we op in. We denken hiermee een mooie mix te bieden, met voor elk wat wils: kleine woningen voor bijvoorbeeld starters, maar ook grote vierkamerappartementen waar gezinnen in zouden kunnen wonen. Voor de driekamerwoningen verwachten we vooral senioren te kunnen enthousiasmeren. Mensen die willen huren, en die gaan voor een stuk comfort, goede bereikbaarheid en de winkels en voorzieningen om de hoek. Deze mensen laten vaak een grotere koopwoning achter, dus dat is weer goed voor de doorstroming in Beverwijk.”

De planning is dat de vergunning eind van dit jaar rond is en dat de nieuwe woningen eind 2024 opgeleverd kunnen worden. Quist geeft aan dat er al veel vragen over komen, maar dat het nog veel te vroeg is voor aanmeldingen. Wel is inmiddels een participatietraject gestart om de omwonenden te betrekken. Quist: “We hebben een informatieavond gehouden, om de buurt mee te nemen in onze plannen en om te horen wat men belangrijk vindt. Zeer waardevol. We hebben naar aanleiding daarvan een aantal aanpassingen gedaan aan het ontwerp: zo hebben we enkele balkons van de buitenzijde van het complex verplaatst naar de kant van de binnentuin om te voorkomen dat nieuwe bewoners straks vanaf hun balkon op de terrassen van de overburen zouden kijken.

Parkeren belangrijk aandachtspunt

Parkeren is ook altijd een gevoelig punt, daar is uitgebreid over gesproken. Er was vooral bezorgdheid om extra auto’s in de woonstraten. Daarom creëren we eigen parkeerplekken binnen het nieuwe complex. Hun bezoekers kunnen op het winkelterrein parkeren, daar is in de avond meer dan genoeg plek. Zo proberen we mensen op elk vlak tegemoet te komen. We vonden het ook fijn dat er een aantal raadsleden aanwezig was. Brede steun is essentieel: iedereen begrijpt dat er woningen gebouwd moeten worden, maar mensen vinden het prettig als dat afgestemd wordt. En terecht. Er komt nog een inspraakronde, want het bestemmingsplan moet gewijzigd worden, maar ik denk dat we een goed plan hebben en echt iets toevoegen. Wat we ontwikkelen past in het gebied, we voorzien in een behoefte én de wijk krijgt meer kwaliteit. Wij zijn enthousiast!”

Dreef Beheer onderzoekt daarnaast andere mogelijkheden om in de toekomst op het Marloterrein woningen te bouwen. Quist: “Nu is er een harde grens tussen het winkelcentrum en de woonomgeving. Door aan de randen woningen neer te zetten, zouden we een mooie overgang kunnen creëren. Bijkomende voordelen zijn dat mensen niet meer tegen de lelijke achterkant van de winkelbedrijven aan hoeven te kijken en dat het winkelgebied ’s avonds niet stil en verlaten is. Als we in de toekomst nog meer gaan herontwikkelen, zouden we ook kunnen kijken naar woningen op de daken van de winkelbedrijven. Als eigenaar van dit gebied willen wij natuurlijk niets liever dan het terrein toekomstbestendig maken. Dat mensen die hier huren dat heel lang blijven doen. Omdat het hier fijn wonen is, met alles in de buurt. En het integreren van functies, het combineren van wonen, winkels en voorzieningen, past ook helemaal in deze tijd.”