Skip to main content

Wethouder Brigitte van den Berg over haar visie op mobiliteit in Beverwijk

Veiligheid, bereikbaarheid en toegankelijkheid: dat is waar de nieuwe Mobiliteitsvisie voor Beverwijk om draait. Beverwijk wil een aantrekkelijke stad zijn voor wonen en werken en zet daarom in op doorfietsroutes, hoogwaardig openbaar vervoer en het beter benutten van bestaande routes.
De Mobiliteitsvisie is onderdeel van de bredere Omgevingsvisie die in ontwikkeling is. Het rapport werd op 28 september jl. goedgekeurd in het college. Wethouder Brigitte van den Berg is blij met deze belangrijke stap richting een schonere, gezondere én veiligere stad.

Mensen gaan steeds meer fietsen
“Corona heeft daar een rol in gespeeld, maar vooral de opkomst van de elektrische fiets. We zien daarnaast dat OV-fietsen en deelscooters ook in Beverwijk goed gebruikt worden. Die veranderende behoefte is de basis van onze mobiliteitsvisie: ruimte maken voor de manieren waarop mensen zich willen verplaatsen. Die gedragsverandering, daar zetten we op in, die willen we verder stimuleren en faciliteren.”

“Eerst denken vanuit fietsers en voetgangers, en dáár de stad op inrichten. Dat is best een vernieuwende insteek”, vertelt ze enthousiast. Maar, zo benadrukt ze: “Beverwijkers kiezen natuurlijk altijd zelf welk vervoersmiddel ze willen nemen, we gaan niemand iets opleggen. We willen mensen wel proberen te verleiden om binnen de stad vaker de fiets te nemen en buiten de stad het OV. Dus geven we de fiets voorrang en zien we auto’s het liefst zo veel mogelijk om de stad heenrijden in plaats van door de wijken. Dat is veiliger en prettiger wonen, voor iedereen. Je ziet het trouwens  overal gebeuren, de hele verandering is groen: in heel Noord-Holland krijgt de fiets prioriteit.”

Bedrijven lopen voor, zij kunnen ons iets leren
Dat de stad ook met de auto goed bereikbaar moet blijven, staat voor de wethouder voorop. “Dat geldt ook voor de Beverwijk Business Docks. Een milieuzone zoals in Amsterdam, gaan we hier niet invoeren. Dat kan gewoon niet: we hebben een sterke transportsector, zijn een logistieke hub. Het mooie is dat Beverwijkse bedrijven al volop bezig zijn met vergroening. Zeker bij de transporteurs is een heel grote wil om te verduurzamen en te innoveren. Zij lopen echt voorop. Wij willen daar als gemeente graag op aanhaken, van leren en dan zoveel mogelijk faciliteren.”

Doorkijkje naar de Spoorzone
De Mobiliteitsvisie is ontwikkeld voor de hele stad, maar geeft ook het kader aan voor toekomstig wonen in de Spoorzone. Van den Berg: “Als er 10.000 woningen bij komen, met al gauw 20.000 nieuwe bewoners, dan kunnen die simpelweg niet allemaal een auto hebben. Daarom maken we voor de Spoorzone verdergaande duurzaamheids- en gezondheidskeuzes. Mensen kiezen hier straks bewust voor stads wonen. Geen twee auto’s voor de deur, maar gebruik maken van deelconcepten. En lekker met de fiets naar het werk of naar het station, dat immers dichtbij is. Dat betekent dan wel dat het station een tweede ingang moet krijgen aan de andere kant van het spoor.”

Verbeteren van het openbaar vervoer is een randvoorwaarde
Als het aan Van den Berg ligt wordt Beverwijk zo snel mogelijk weer een volwaardig intercitystation: “Daar werken we hard aan met alle partijen. Een belangrijke stap vooruit is de tegenspits, die gaat in  vanaf de nieuwe dienstregeling. En in 2023 starten we met de aanleg van de HOV-busbaan tussen Beverwijk en Velsen, een hele mooie ontwikkeling. Bussen rijden straks zo vanaf het station de tunnel in, met een tijdwinst van maar liefst vijf minuten. Dat maakt Beverwijk een stuk aantrekkelijker voor snelbussen, denk aan verbindingen met Schiphol of Amsterdam Zuidas. Bijkomend voordeel is dat die grote bussen dan niet meer door de stad hoeven, dat is een stuk veiliger.”

De Spoorzone vraagt om andere infrastructuur
Om wonen in de Spoorzone te kunnen realiseren, zal de infrastructuur op sommige plekken wel flink aangepakt moeten worden. Van den Berg: “Dat is voor de leefbaarheid essentieel. We zijn een van de weinige steden waar een snelweg dwars door het centrum gaat. Daarbij is de verkeersintensiteit in sommige deelgebieden veel te hoog. Daar moeten we eerst naar kijken. Bij Ankie’s Hoeve en het Meerplein kunnen we starten met ontwikkelen, maar op het zuidelijk deel van de Parallelweg kun je nu onmogelijk permanent wonen.

In de verkenning die voor de Spoorzone werd uitgevoerd, zijn hiervoor al een aantal opties genoemd: een aansluiting van de A8 op de A9, de Leeghwaterweg-Brug over Zijkanaal A en het terugbrengen van de maximale snelheid op de A22 zodat daar meerdere afritten mogelijk zijn. Alles met het doel om het doorgaande verkeer, naar bijvoorbeeld Zaanstad, om Beverwijk heen te leiden in plaats van dwars door de Spoorzone. Daar blijft dan alleen bestemmingsverkeer over.”

De verschillende opties worden op dit moment onderzocht. Dat gebeurt op regionaal niveau. Binnen IJmond Bereikbaar werken we intensief samen met de gemeentes Heemskerk en Velsen. En als IJmond hebben we met Zuid-Kennemerland één regionale mobiliteitsagenda bepaald. Daar staat de Spoorzone natuurlijk op. Met dit soort grote projecten is die samenwerking belangrijk: als regio moet je één verhaal hebben, dan sta je sterker richting provincie en het rijk.”

Participatie in volle gang
De Mobiliteitsvisie is tot stand gekomen na een uitgebreid participatietraject. Ook over de ontwikkelingen binnen de Spoorzone is de gemeente actief in gesprek met betrokkenen, zowel via de Stichting Business Docks als op individueel niveau. Ondernemers worden op verschillende manieren meegenomen in de onderzoeken die nu lopen. De eerste resultaten hiervan worden verwacht in december. Er volgen dan bijeenkomsten en we houden iedereen op de hoogte via de nieuwsbrief, de website en Chainels.

Duurzaamheid en leefbaarheid gaan hand in hand: gezonder wonen, is je gezonder vervoeren.

 

Raadssessie
De Mobiliteitsvisie is op donderdag 14 oktober besproken in de raad. Een deel van de raad is het eens met de uitgangspunten van de visie, maar een deel heeft ook zorgen over de consequenties van de visie op het autobezit en autogebruik van de huidige bewoners en bezoekers van de stad. Afgesproken is dat er een expertsessie voor de raad zal worden georganiseerd om hierover consensus proberen te bereiken. Daardoor schuift besluitvorming over de mobiliteitsvisie naar achteren.