Skip to main content

Op woensdag 19 april vond het eerste bouwberaad plaats over woningbouw in de IJmond. Het programma Spoorzone is mede-initiatiefnemer van dit bouwberaad. In deze bijeenkomst hielden gemeente en bouwende partijen de gezamenlijke woningbouwopgave tegen het licht. Doel was om versnellingsmogelijkheden te verkennen en problemen die snelheid uit het proces halen te identificeren. In dit interview vertellen Martin Bosch en Thijs Pennink van Woningmakers, en René Peek – senior beleidsadviseur wonen bij Gemeente Beverwijk – meer over de bijeenkomst en de versnelling van de plannen in het gebied rond het station, De Bazaar en de Parallelweg.

Het bouwberaad op 19 april was de aanzet om sneller woningen te bouwen voor de vele woningzoekenden in de regio: voor 2030 moeten er in Beverwijk maar liefst 2.800 extra woningen worden opgeleverd, waarvan meer dan de helft binnen de Spoorzone. Daarbij moet dan ook de leefbaarheid in het gebied verbeteren. Het is een opgave die voortkomt uit de Nationale Woon- en Bouwagenda, en uit de Woondeal van de metropoolregio Amsterdam (MRA).

De vaart erin houden
Zo’n ambitieuze opgave vraagt om stevige regie als je er de vaart in wil houden. Daarom hebben de gemeente Beverwijk en gemeente Velsen de Woningmakers als regievoerders ingezet. De woningmakers brengen betrokken partijen samen en zorgen voor de relevante en juiste data. Ze leveren een heldere met markt en gemeente afgestemde planningslijst, zodat er geen misverstanden bestaan over de omvang en complexiteit van de opgave.

Samen werken aan het wegnemen van knelpunten.
René Peek, senior beleidsmedewerker bij de Gemeente Beverwijk was enthousiast over de opkomst van het eerste bouwberaad. “Er waren ongeveer dertig personen aanwezig: nieuwbouwmakelaars, woningcorporaties, mensen van de overheid en van projectontwikkelaars. Wij hebben elkaar nodig. Ieder vanuit een eigen rol. Het werd snel duidelijk dat we een gezamenlijke ambitie delen en willen werken aan het wegnemen van knelpunten.  Niet alleen voor lopende bouwprojecten, het eerste bouwberaad was hopelijk het startsein voor een langdurige samenwerking.”

Bouwlocaties
Thijs Penninck van de Woningmakers legt uit: “De gemeente heeft een duidelijke ambitie geformuleerd, maar is van veel grondposities niet de eigenaar. Om woningen te kunnen bouwen moet er veel worden geregeld. De bestemming moet passend gemaakt worden, of de grond moet worden gesaneerd.” Martin Bosch vult aan: “Dat is niet alleen aan de gemeente om te regelen. De Omgevingswet staat toe dat de markt veel zaken zelf kan oppakken, zoals het opstellen van een stedenbouwkundig plan of van van een bestemmingsplan. Maar daarover moeten gemeente en ontwikkelaars met elkaar wel duidelijke afspraken maken.”

Woningen maken en kwaliteit bieden
Er valt dus nog behoorlijk wat te doen om de woningbouw echt te versnellen. Een beleidsmatig aandachtpunt is bijvoorbeeld het parkeerbeleid en de vele nieuwe regels vanuit Den Haag. En voor de bouwers maken de huidige rentestijgingen het niet makkelijk om het plan financieel rond te krijgen. Tijdens de bijeenkomst bleek dat verschillen uiteindelijk overkomelijk zijn als er goed wordt samengewerkt. Uiteindelijk willen alle partijen gewoon woningen bouwen en is iedereen oplossingsgericht. Woningen maken en kwaliteit bieden gaan dan vaak hand in hand.

Elkaar leren kennen
Het helpt als je weet hoe het plaatje er voor een ander uitziet. Want als je elkaar begrijpt, kun je makkelijker tot oplossingen komen. Het bouwberaad was dan ook niet alleen georganiseerd om informatie bij de betrokkenen op te halen, maar ook om partijen onderling met elkaar te verbinden, onder onafhankelijk voorzitterschap van Woningmakers. En dat is gelukt. Veel aanwezigen kenden elkaar hiervoor nog niet zo goed, maar met het bouwberaad zal dat veranderen. Op de 19e werden eerste bemoedigende stappen gezet.

Van afspraken tot oplossingen
Momenteel ronden de Woningmakers het advies aan beide gemeentes af. Een van die adviezen zal zijn om een intentieverklaring te formuleren, waarin basisafspraken worden vastgelegd. Thijs Pennink: “Dat is misschien geen bindend contract, maar je spreekt wel met elkaar een richting af. We hebben een realistisch beeld opgehaald en gaan nu verder in gesprek met alle partijen over hoe we de versnelling gezamenlijk inzetten.”